Startup printzaal  "Begin met een goede start"

 

Hieronder zien we hoe de start en afsluit procedure van de printzaal in zijn werk ging.   Opstarten werd uitgevoerd door 1 operator en die startte de printzaal op in een uur tijd. 

Printers en processors aanzetten en opstarten, Maxilab standby zetten, evt nabestellingen verwerken, papiermagazijnen vullen, proces en papiertesten maken op alle MSP printers. printer schoonblazen en inkjet schoonmaken en terughangen in de printer.

Opstart en shutdown procedures printzaal.

 

A. Testen maken:

Papierprocessor test:

1. Papierprocessor test maken.

2. Na ontwikkeling test  meten met de densitometer van de kwaliteitsdienst en de  waarden invoeren. Bij goede test kan de processor gebruikt worden.  Bij een te grote afwijking van de norm zijn mogelijk de baden nog niet op de juiste temperatuur in dat geval de  test  later opnieuw maken en inlezen.

 

 Papiertest procedure MSP printer:

1. Papier testen maken op de MSP printer van alle papiersoorten.

2. Als de processor baden op temperatuur zijn de rol met papier testen ontwikkelen.

3. Testen via de MSP densitometer ingeven en data doorvoeren wanneer ze in orde zijn. Geeft de computer een te grote afwijking aan, dan testen opnieuw maken. Eventueel de testen invoeren en testen opnieuw maken.

Papiertest procedure: 3510:

1. Voor de productie testen maken op alle papiersoorten met de teststrip.

2. Papier laten ontwikkelen.

3. De kwaliteits dienst  meet de testen met een densitometer en voert de data in op de 3510.

B. Startup Printzaal.

De operator die opstart dienst heeft, voert de volgende handelingen uit om de afdeling Printzaal productie klaar te maken:

 

1. Alle printers aanzetten i.v.m warm worden voor testen maken en productie.

 

Foto:   Twee van de 4 Maxilab printers in standby positie. Blauwe leaders zijn hier ook zichtbaar.

2. Aanzetten van de index printers incl. openzetten van chemiekranen.
Aanzetten van de index scanners en de filmbaan schoonblazen.

3. De papierprocessor (2x) van automaat op manueel zetten (schakelaar)

 

Foto:  Schakelpaneel aan voorkant van processor.

4. Msp printers: decks schoonblazen en kleefrollen evt. afspoelen voor zover nodig.
Perforatie bakjes onder papierbaan leegmaken en papierbaan schoonblazen.

 

5. Inkjet printer uit de machine halen en omgekeerd in de schoonmaak standaard hangen en schoon spuiten met flesje met ethyl methyl keton (inkt oplosser)
Na schoonmaken terug plaatsen in de printer. Kijk ook even of er voldoende Keton en inkt in de cartridges zit en eventueel cartridge vervangen.

6. Papiertesten maken: Alle papiersoorten worden getest en opgespoeld in een takeup magazijn. Als de papierprocessor klaar is kunnen de testen ontwikkeld worden.

 

Foto:  Takeup magazijn klaar om op de printer gezet te worden.

7. Papierprocessor: Papier processor opstarten met de checklist.

7a. Water kraan open zetten.
7b. Deksels van de baden afnemen.
7c. Baden meten en temp van baden ontwikkel (38) / bleek (36) / water (30), en droogkast (70) noteren op checklist.
7d. Rollers schoonspuiten met draaiende machine
7e. Processor test draaien als temp. goed is en meten in densitometer.

Foto: Zie het reeds ontwikkelde fotopapier langs de belt over de geleiderollen in de droogkast lopen.

 

8. Wanneer de papier processor op temperatuur is kunnen de papiertesten ontwikkeld worden.
Na ontwikkelen van de MSP papiertesten deze inlezen in de ingebouwde densitometer. De eerste testvlak omvouwen op de lijn en meten in de testsleuf, na klik eruit halen en dit herhalen met het tweede vlakje.
Na ingeven en meting door de printer komen de test resultaten op het scherm te staan. Bij afwijking gegevens evt een nieuwe test maken.

9. Na het maken van de papiertesten kunnen de in line printers in stand-by voor printing gezet worden. Deze procedure geldt voor de vier maxilab printers.

 

 

Foto:  Printer gedocked en in standby positie voor printing.

10. Wanneer over Maxilab buffer gedraaid word printers docken met de papierbuffer van de PTU (de kolom tegen de muur).

 

Foto: Printer is docked aan bufferkast.

11. Supply cassette (met fotopapier) plaatsen op de MSP en papier doorvoeren in de printer en in de bufferkolom vastplakken aan e.v.t reeds aanwezige blauwe leader of witte fotopapier leader.
Papier bevestigen met de metaalstickers boven en onder. Het papier in de buffer komt nu strak te staan en de kast kan (lichtdicht) gesloten worden.

(note: Deze buffer die dus nog voor de eigenlijke PTU zit zorgt dat het papier vanuit de printer doorgevoerd word en heeft een mechanisme waardoor het papier doorgegeven word en de buffer strak blijft staan.)

 

12. Gereed maken papierdoka: Bij het afsluiten van de vorige dag is er of met waste papier uitgeleaderd of met met blauwe leader.

 

 

 

In geval van blauwe leader deze opspoelen op een bobin (kleine spoelkern) op de proces buffer console. De leader wordt opgespoeld wanneer de printer de eerste productie rol gaat printen.

13. Wanner de complete leader is opgespoeld deze afnemen en mee naar buiten nemen en bij de buffer console buiten neerleggen voor de afsluit procedure aan het einde van de productie.

14. Het papier begin van de eerste productie rol word door de unit gevoerd en laten we hangen. De bufferconsole staat nu in standby voor productie.

 

(Note:  Foto is ter illustratie en geeft niet de werkelijke procedure weer.

 

15. Buffer voldoende vol en mag er productie gedraaid worden dan begin van papier met een klem aan de leaderbelt van de processor vastzetten en in de processor laten voeren.

 

Op de foto rechts zien we 5 banen met fotopapier op een kern in de processor standby om ontwikkeld te worden.  (detail:  de foto is genomen op de laatste werkdag voordat het lab sloot. We gingen het waste fotopapier ontwikkelen om het zilver in het papier eruit te halen. Onontwikkeld fotopapier valt onder chemisch afval. Daarom dus in het licht.)

 

16. Zodra na enkele minuten het fotopaper uit de droogkast van de papierprocessor komt deze vastplakken op de doorvoer console buffer die na de takeoff van de processor staat. Deze takeoff console is aan het eind van de vorige dag ook uitgeleaderd en standby gezet aan einde van de dag. Mocht dit nog niet helemaal correct zijn gebeurt, wordt dit alsnog meegenomen in de opstart procedure.

 

 

Op de foto links the takeoff / doorvoer console tbv. het maxilab in standby positie. 

 

 

17. In principe staat het maxilab nu standby. Mocht er tijd over zijn dan kunnen er ondertussen nabestellingen of naprints geprint worden op de offline printer 2x Msp en de Synthra printer.

C. Shutdown printzaal

Aan het einde van de dag word er een shutdown procedure uitgevoerd door de operators.
De procesoperator sluit de papierontwikkelmachine af en de printeroperators sluiten met elkaar de printzaal af voordat ze naar huis kunnen.
Het afsluiten van de printzaal  neemt ongeveer een half uur in beslag, het is tenslotte routine.

 

1. Het eerste wat betreft het maxilab wat we doen is de FTU met blauwe leader vullen. Zodra de witte leader van de laatste rol van de kolom zichtbaar is, wordt de buffer stil gezet, een blauwe leader rol opgezet en ingespoeld en zodra de buffer vol zit stopt de machine vanzelf.

 

2. Na de laatste film is geprint en er ook geen nabestellen meer geprint hoeven te worden word het maxilab systeem afgesloten.
3. Ten eerste undocken we de printer van de bufferkast.

 

Foto:  Printer in docking positie. Metalen sleuf word uit de printer gehaald en ingeschoven in de scharnierbare docking deel.

 

4. Voordat het laatste te ontwikkelen papier de bufferconsole heeft verlaten moeten we er voor zorgen dat de buffer of met blauwe leader of met waste papier gevuld wordt. Dit moet gebeuren want de PTU in de doka mogen niet leeggetrokken worden want dan hebben we een probleem bij de opstart de volgende dag.
De buffers 4x moeten vol zitten of met leader of met papier. Achter het laatste te printen papier laten we dus blauwe leader afspoelen in de bufferkast of een behoorlijk stuk waste papier. (kan het ontzilveren).

 

Als we papier in de buffers hebben gezet word deze de volgende opstart gewoon door de proces gehaald en daar achter komt dan te printen werk.
Een andere mogelijkheid is om blauwe leader in de buffers te spoelen en die wordt dan de volgende morgen bij de proces (supply) console opgespoeld en de opgespoelde leader naar buiten genomen om 's avonds bij het afsluiten weer te gebruiken.

5. Nadat een printer geen productie meer hoeft te draaien word als er tijd is de papierbaan schoongeblazen met lucht en de papierstrip en notch bakjes geleegd.

6. De Printers worden vervolgens uitgezet en de printzaal word aangeveegd. Ook is het mogelijk om alvast papiermagazijnen te vullen met foto papier zodat die ook standby staan voor de volgende productie.

Een aantal van die laatste werkzaamheden kunnen en mogen ook bij de opstart van de volgende morgen gebeuren. Het schoonmaken van de inkjets gebeurt bv. de volgende morgen.

Next:  Paper processor